“We bedekken het maar weer met de mantel der liefde”, was een zinnetje dat mijn moeder nog wel eens uitsprak. Om een of andere reden speelde het deze week wat door mijn hoofd. Wat is het eigenlijk een mooie uitdrukking. Ik stelde mij erbij voor dat er iets is dat pijnlijk is, of dat eigenlijk écht niet (door de beugel) kan. Hoe mooi is het dan dat je het met een mantel van liefde ‘zacht’ kan maken en het zo toch volledig kan accepteren.
Maar dat was niet de toon waarop dit zinnetje bij ons thuis werd gebezigd, zoals je wellicht tussen de spaties hoort hierboven. Het had meer iets van ‘maar gauw onder het tapijt vegen’ (en dan nog lange tijd over die bobbel onder het tapijt struikelen).
Ik heb een beetje een makke (maar vind het zelf eigenlijk best een leuke makke) en dat is dat ik het van jongs af al interessant vind om te weten waar bepaalde uitdrukkingen of woorden vandaan komen. Zo keek ik natuurlijk ook naar het ontstaan van deze uitdrukking, juist omdat het zo niet congruent leek: iets met de mantel der liefde bedekken, maar dit dan zeggen in een vorm dat je eigenlijk helemaal geen liefde kunt voelen. Door de bitterheid die doorklinkt in het woordje ‘weer’, denk ik dat er aardig wat onderhuidse boosheid is opgebouwd.
Er waren overigens drie versies van het ontstaan van de uitdrukking. Twee vonden hun oorsprong in de bijbel, en de derde ontstond in de Middeleeuwen. De eerste vertelde over de zoons van een dronken Noach, die een tapijt over zijn naakte lichaam (later is tapijt dan tot mantel omgedoopt) legden, zodat niemand het maar zou zien. De tweede vertelde dat een buitenechtelijk kind in de Middeleeuwen nog wel eens werd “geëcht”, waarbij de moeder tijdens de huwelijksvoltrekking het kind onder de linker slip van haar mantel verborgen hield. Die kinderen werden dan ook wel mantelkinderen genoemd. En de derde gaat over de woorden van de apostel Paulus: De liefde bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen.
En eigenlijk stemmen die drie verhalen mij niet echt gelukkig. De eerste twee roepen bij mij iets op van ‘schaamte’, en dat die maar weggewerkt moet worden. En de derde zou best mooi zijn en kloppend voor mij, als er niet ook had gestaan ‘zij verdraagt’ alle dingen. Het krijgt zo iets van lijden. Precies ook zoals de uitdrukking thuis werd gebezigd: ‘lijdzaam verdragen’. En misschien is dit ook wel echt de betekenis van deze uitdrukking, dat lijdzaam verdragen.
Liever zeg ik echter: Lach om de dronken bui van Noach en leg een mantel over zijn naakte lijf zodat hij het niet koud heeft. Zeg trots: dit is mijn kind, en ik wil het erkennen en op laten groeien in een liefdevol huwelijk. En zeg niet dat de liefde alles verdraagt, maar dat deze onvoorwaardelijk accepteert. Als je de schaamte en pijn kunt omtoveren tot liefde, dan is dat pas écht liefdevol en zacht voor jezelf.
Kortom: ik ga voortaan alleen nog maar iets met de mantel der liefde bedekken als dit betekent dat ik het zacht maak voor mezelf én voor de ander. Dat ik het doe uit respect en/of liefde.
Laten we samen een nieuwe betekenis geven aan deze uitdrukking?
Reactie schrijven